Museum vandaag: 09:30 - 17:00

nl
Steun ons Nieuwsbrief
Nieuws

Nieuws uit het archief: De Verwaltung Müller II

08.09.2023 Onderzoekscentrum

Iemand aan de galg praten

Deze tekst maakt deel uit van een serie artikels over de Verwaltung Müller, een dienst binnen het Duitse militaire bestuur die zich tijdens de bezetting concentreerde op inkomsten uit Joods vastgoed. Een korte introductietekst over de geschiedenis van het archief van deze dienst kan je hier terugvinden. 

In dit artikel ligt de focus op het dossier van Raymond Sulzberger, een bibliothecaris woonachtig te Elsene (Brussel). Hij ontvangt eind juli 1942 een brief van de administratie van Joodse eigendommen o.l.v. Müller om informatie te verschaffen over een huisje in Duinbergen, een gehucht van Heist (sinds 1977 Knokke-Heist). Raymond en zijn zus, Suzanne, zijn na de dood van hun moeder in juli 1940 mede-eigenaars geworden  van dit huisje. Raymond reageert verontwaardigd op deze brief en stuurt de administratie het antwoord dat er sprake moet zijn van een vergissing want hij is helemaal geen Jood, hij en zijn zus zijn gewoon Belgen. De administratie heeft volgens hem helemaal geen recht om hun eigendom in beheer te nemen. Müller nodigt hem uit voor een gesprek op zijn kantoor.

 

Algemeen Rijksarchief 2 – depot J. Cuvelier

Dan gebeurt er maandenlang niets, tot 15 oktober 1943. Müller vraagt in een brief aan het Militaire bestuur in Brussel om iets uit te klaren voor hem. Hij beschrijft de elementen in de zaak: het huisje, de claim dat broer en zus Sulzberger van mening zijn dat ze geen Joden zijn. En dan komt de aap uit de mouw, hij vraagt of dit laatste wel klopt. Kan men onderzoeken of broer en zus wel degelijk Joden zijn? Dan kan Müllers administratie dit huisje in beheer nemen.

Algemeen Rijksarchief 2 – depot J. Cuvelier

 

Het antwoord laat bijna een jaar op zich wachten, maar uiteindelijk komt er een reactie op 6 juli 1944. De Sipo-SD besluit dat broer en zus Sulzberger wel degelijk volbloed Joden zijn. Meer nog, ze zullen zo snel mogelijk worden aangehouden en overgebracht naar het Sammellager Mecheln. Müller mag het huisje in beheer nemen.

Algemeen Rijksarchief 2 – depot J. Cuvelier

Dezelfde dag als de brief aan Müller, 6 juli 1944, worden de namen van (Max) Raymond Sulzberger (434) en zijn echtgenote, Madeleine Gilberte Level (435), toegevoegd aan de transportlijst voor Transport XXVI.

Dienst Oorlogsslachtoffers – Algemeen Rijksarchief, Raymond en zijn vrouw staan onderaan vermeld)

 

Dit is het laatste transport dat zal vertrekken vanuit de Dossinkazerne op 31/07/1944.  Raymond en Madeleine overleven hun deportatie niet. Naast het nummer 432 op de transportlijst staat geen naam, het is aanvankelijk voorzien voor Suzanne Sulzberger, de zus van Raymond, maar een tussenkomst van koningin Elisabeth heeft dit verhinderd.

 

Relieken – Dienst Oorlogsslachtoffers – Algemeen Rijksarchief)

 

Suzanne bevindt zich in de Dossinkazerne te Mechelen bij de bevrijding op 4 september 1944. Enkele maanden later maakt het krijgsauditoraat een dossier op over de administratie van Joodse eigendommen onder Müller. Dit dossier wordt geklasseerd zonder gevolg. De sekwester stelt na de oorlog vast dat de administratie van Joodse eigendommen het huisje in Heist nooit heeft verhuurd…