Op deze foto zie je Adolphe Littmann en zijn vrouw Hélène Stir genieten op een terras in 1945, na de oorlog. Adolphe’s dochter Mimi heeft een bijzondere collectie van haar vader geschonken aan Kazerne Dossin, waaronder foto’s, brieven, certificaten, paspoorten, broches, knopen en armbanden van Adolphe Littmann.
Wie was Adolphe Littmann?
Adolphe Littmann, geboren op 10 november 1911 in Antwerpen, groeide op in een Belgisch-Joodse familie. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vluchtte hij met zijn vrouw Hélène Stir naar Zuid-Frankrijk, waar hij een belangrijke rol speelde in het verzet tegen de Duitse bezetting. In Toulouse ontmoette Adolphe de gepensioneerde ambtenaar André Thouroude, met wie hij samenwerkte om Joodse families te redden. Ze richtten het ontsmettingsbedrijf “Désinfecta” op, dat als dekmantel diende voor het in dienst nemen van Joodse werknemers met valse identiteiten. Dit moedige initiatief bood bescherming aan vele Joden, zelfs toen Zuid-Frankrijk in 1942 door de Duitsers werd bezet.
Verzetsstrijder
Met een vals paspoort onder de naam ‘André Lemaître’ wist Littmann een cruciale bijdrage te leveren aan het verzet. Hij was niet alleen betrokken bij het organiseren van veilige schuilplaatsen voor Joodse vluchtelingen, maar ook bij verzetsoperaties. Op D-Day, 6 juni 1944, saboteerde hij een SS-kazerne in Valence om te voorkomen dat de Duitsers de geallieerde invasie in Normandië konden melden. Met groot risico wist hij het gebouw te vullen met ontsmettingsgas, waardoor hij de Duitsers 24 uur lang buiten hield door te beweren dat er een rattenplaag woedde. Dit gaf de geallieerden kostbare tijd.
Na de oorlog werd Littmann erkend voor zijn dappere verzetsdaden. De Franse autoriteiten gaven hem toestemming om zijn verzetsnaam te behouden, waardoor hij verder door het leven ging als Adolphe Littmann-Lemaître. In 1945 beëindigde Thouroude het bedrijf “Désinfecta”, en de Joodse werknemers konden veilig terugkeren naar hun land van herkomst.
Na de oorlog
Na de oorlog hervatte Littmann zijn carrière en begon hij te werken voor de Société Générale de Surveillance (SGS), waar hij zich inzette voor de wederopbouw van Europa. Hij was verantwoordelijk voor het toezicht op de distributie van hulpgoederen in de door oorlog verwoeste gebieden, met name in Duitsland, waar chaos en corruptie vaak de distributie van essentiële goederen bemoeilijkten. Als vertegenwoordiger van SGS werkte hij nauw samen met de US Army Exchange Service, waarbij hij toezicht hield op de inspectie van goederen en de coördinatie van transporten in de Amerikaans bezette zone van Duitsland.
Passie voor Bridge
Naast zijn werk bij SGS had Littmann een grote passie voor bridge. In de naoorlogse jaren groeide hij uit tot een belangrijk figuur in de internationale bridgewereld. Vanaf 1970 was hij secretaris van de World Bridge Federation, waar hij betrokken was bij de ontwikkeling van regels voor internationale bridgewedstrijden. Hij speelde een belangrijke rol in de oprichting van de European Bridge League en bedacht samen met Guido Barbone de European Cup, een trofee die werd uitgereikt aan de beste nationale bridgeclubs. Deze prestigieuze prijs werd later naar hem vernoemd.
Littmann’s bijdrage aan de bridgewereld werd in 1973 erkend toen hij door de International Bridge Press Association werd uitgeroepen tot ‘Persoonlijkheid van het Jaar’. Daarnaast was hij vaak lid en aanvoerder van het Belgische nationale bridge-team en won hij verschillende nationale en internationale toernooien. Zijn vrouw Hélène bleef hem steunen en werd in 1987 onderscheiden voor haar bijdrage aan de administratie van bridgezaken.
Adolphe Littmann overleed op 26 november 1980 in Antwerpen aan een hartaanval, op 69-jarige leeftijd.