Museum vandaag: 09:30 - 17:00

nl
Steun ons Nieuwsbrief
Nieuws

Nieuws uit het archief: De Verwaltung Müller

10.02.2023 Onderzoekscentrum

Gunter Vandeplas is als medewerker van Kazerne Dossin werkzaam in Brusselse archieven. Hij digitaliseert er dossiers en collecties die een band hebben met de jodenvervolging. Hij zet graag het archief ‘De Verwaltung Müller’ in de kijker. 

In het Algemeen Rijksarchief 2 – depot J. Cuvelier zit een archief van de Duitse bezetter waarmee eigendommen van Joden werden opgevolgd. De dossierreeks wordt Verwaltung Müller genoemd. Er is ook een andere aanverwante collectie, de Verwaltung Nicolay. Beide zijn rond 2014 overgeheveld van het Brusselse Stadsarchief naar het Rijksarchief. Na een korte passage bij de hoofdzetel komen ze terecht in het Depot Cuvelier waar zich ook tal van andere archieven bevinden met betrekking tot de Tweede Wereldoorlog.

De Verwaltung Müller

De volledige naam is Verwaltung des Jüdischen Grundbesitzes in Belgien (ausser Stadt und Provinz Antwerpen). Vertaald betekent dit “Administratie van het Joodse onroerende bezit in België” (uitgezonderd stad en provincie Antwerpen). Müller verwijst naar de leidinggevende officier, Kommissarischer Verwalter Ernst Robert Müller. 

De Verwaltung Müller maakt deel uit van de Militärverwaltung, het Duitse militaire bestuur dat het bezette België (zonder de geannexeerde Oostkantons) en Noord-Frankrijk beheert vanaf eind mei 1940 tot de bevrijding. Binnen deze administratie valt ze onder Gruppe XII, Feind – und Jüdenvermögen (Vijandelijke en Joodse vermogens), een onderdeel van de economische afdeling (Wirtschaftsabteilung) met als doel de economie “arisch te maken”. Het is een aparte dienst die specifiek goederen van Joden en vijandelijke nationaliteiten (Britten, Canadezen, Amerikanen, etc.) viseert.

Müller is niet de eerste die zich met deze taken bezighoudt. Hij heeft een voorganger, Kommissarischer Verwalter Herr Dr. Jur. Dr.Phil. Wilhelm Offergeld. Van november 1941 tot midden 1942 start hij de Verwaltung op. Wanneer Müller het overneemt, neemt het volume van de briefwisseling en het aantal dossiers aanzienlijk toe. Müller lijkt meer hands on te werken, hij bezoekt zeer regelmatig de eigendommen en nodigt mensen uit op zijn bureau. Met hem aan het roer zie je dat de administratie meer systematisch informatie bij derden gaat zoeken (instellingen, huurders, buren, etc.). Tot in de zomer van 1944 beheert Müller in totaal 1.456 onroerende goederen waarvan meer dan duizend gelegen in het huidige Brussels Hoofdstedelijke Gewest, de overige verspreid over de andere Belgische provincies, uitgezonderd Antwerpen. 

Taken en werkwijze

Wat zijn de taken waar de Verwaltung en hoe gaan de medewerkers te werk? Ze gaan op zoek naar Joodse eigenaars van onroerende goederen. Dit kunnen zowel particulieren als rechtspersonen zijn en het type eigendommen varieert van woningen en fabrieken tot gronden. Systematisch schrijven ze specifieke diensten aan om hen informatie te verschaffen over de eigendommen. Verzekeringsfirma’s moeten een kopie van de brandverzekeringspolis opsturen. Dit levert o.a. een schatting van de waarde van de panden. Het kadaster verschaft hen een uittreksel per eigendom met informatie over de exacte locatie en wat allemaal tot de eigendom hoort (een tuin, bijgebouw, garages, bossen, etc.). In vele gevallen is er ook een uittreksel van een nationaal register van hypotheken, een bron die duidelijk maakt hoeveel de maandelijkse aflossingen zijn, of er betalingsachterstand is, hoe lang de hypotheek nog loopt, etc. Deze drie externe bronnen bezorgen de Verwaltung een schat aan informatie over de eigendommen. Maar het blijft natuurlijk niet bij het zoeken naar informatie.

Een van de belangrijkste vragen die de administratie zich stelt is of de eigenaars inkomsten halen uit hun eigendom(men). Is dat niet het geval (vaak wanneer mensen eigenaar zijn van een woning waarin ze wonen), dan komt deze woning niet onder hun beheer. Verhuren ze de eigendom aan derden, dan verwacht de Verwaltung  (een deel van) de inkomsten op te strijken. In uitzonderlijke gevallen dringt de Verwaltung aan op een verkoop van een eigendom. Al deze sommen komen terecht op bankrekeningen bij Duitse banken. Wanneer er geen eigenaar of bewindvoerder meer aanwezig is (ondergedoken, gevlucht, gedeporteerd, etc.), neemt de Verwaltung het beheer van het vastgoed meestal in eigen handen. Ze onderhandelen soms zelfs nieuwe huurcontracten. 

Na de bevrijding 

Na de bevrijding zal de Belgische staat deze Duitse dossiers gebruiken om uit te zoeken welke gelden de eigenaars (of in veel gevallen hun erfgenamen) tegoed hebben. De naam op de briefhoofding wijzigt naar Verwaltung des Jüdischen Grundbessitzes sous sequestre, soms ook administration des biens Israélites. Hoofdinspecteur (nadien directeur) Aimé Hopchet en advocaat Thomas Magnus worden aangesteld om het sekwester te beheren. Ze worden wellicht uitgekozen omdat ze zich al bezighouden met het sekwester van de drie Duitse banken waar de Verwaltung een rekening open heeft staan. De twee proberen uit te zoeken welke de eigendommen en tegoeden in beheer zijn en trachten de rechtmatige eigenaren of hun erfgenamen op te sporen. 

Vrij snel komen de meeste eigendommen terug in handen van de rechtmatige eigenaars. Wanneer er geen erfgenamen gevonden worden, neemt de overheid (administratie van Registratie en Domeinen) deze voorlopig of definitief over. Het sekwester heeft de Duitse bankrekeningen van de Verwaltung ook overgenomen en compenseert de eigenaars of erfgenamen met (slechts) 65% van de vervreemde inkomsten dat op de bankrekeningen stond. In 1954 legt Hopchet zijn mandaat neer als directeur.

Rond 1970 verhuist de oude dossierreeks naar het Brusselse Stadsarchief. Dat is een inschattingsfout want wettelijk gezien hoorde dit archief naar het Algemeen Rijksarchief in Brussel te verhuizen.

Decennia lang rust de oude dossierreeks in het Brusselse Stadsarchief tot ongeveer 10 jaar geleden enkele archivarissen van het Rijksarchief toevallig op de collectie stoten. In 2014 wordt het archief van de Verwaltung Müller en Nicolay officieel overgedragen aan het Algemeen Rijksarchief. Toch wordt het slechts zelden geconsulteerd, deels omdat er geen inventaris is en omdat het weinig gekend is. 

Bronnen:

Verslag van de Commissie Buysse over Joods vastgoed en restitutie (uitleg over Verwaltung 1.2.3. en Sekwester3.1.

https://www.combuysse.fgov.be/sites/default/files/paragraphs/joods_vastgoed_in_belgie.pdf

Beknopte beschrijving Militärverwaltung

https://www.belgiumwwii.be/nl/belgie-in-oorlog/artikels/duits-militair-bestuur-militarverwaltung.html

Meer gedetailleerde informatie over de structuur van de Militärverwaltung

https://portal.ehri-project.eu/virtual/be-ara-a-a-2-militarbefehlshaber-in-belgien-und-nordfrankreich

Beschrijving van de archiefgids Het Jodendom en de Joodse bevolking in België 1795-heden.

https://arch.arch.be/index.php?l=nl&m=lopend-onderzoek&r=onderzoeksprojecten&pr=het-jodendom-en-de-joodse-bevolking-in-belgie-1795-heden.-een-archiefgids

Persbericht overdracht dossiers van Archief van de Stad Brussel naar Rijksarchief in 2014.

https://news.belgium.be/nl/het-algemeen-rijksarchief-breidt-zijn-archiefbestand-uit-over-de-jodenvervolging-belgie-tijdens-de

 

Gunter Vandeplas