nl
Tickets Nieuwsbrief
Nieuws

Objecten uit Malerstube in vitrine

25.10.2024 Museum

In de glazen vitrine, vlak bij de inkom van het museum, exposeren we unieke objecten die werden toevertrouwd aan het onderzoekscentrum. De objecten worden elke vier maanden gewisseld en vertellen telkens een bijzonder verhaal. De komende vier maanden staat de vitrine in het teken van de schilderkunst. De voorwerpen in de vitrine verwijzen elk op hun manier naar kunst die in de Dossinkazerne door de gevangenen is gemaakt. Onder de gedeporteerden zaten immers ook heel wat kunstenaars en schilders. Sommigen onder hen werden naar een schildersatelier, Malerstube, gebracht. Al konden ze daar hun creativiteit niet zomaar uiten. Ze moesten transportnummers op bordjes schilderen die door de gevangenen gedragen werden. Een andere taak voor de schilders was het maken van  portretten van bewakers en hun minnaressen. In het geheim schilderden ze ook scènes uit het dagelijkse leven in de Dossinkazerne en portretten van medegevangenen. 

Fles terpentijn

Deze fles bevatte ooit terpentijn. Op het bordje aan de hals staat in onjuist Duits “Terpentinol- nur mit 100 mlitter dosieren” (Terpentijn- alleen per 100 milliliter verdelen). Terpentijn werd gebruikt om olieverf te verdunnen, dus de fles werd vermoedelijk gebruikt in de Malerstube. De porties werden gerantsoeneerd. Dat verklaart de vermelding van de 100 milliliter. Rond de halsopening zijn verschillende gekleurde verfvlekken te zien. Dit doet vermoeden dat de fles ooit in het schildersatelier stond. 

De fles werd eind 1944 gevonden in de Dossinkazerne. Calixte en Emile Vandevelde, twee broers die allebei voor de Regie voor Telefonie en Telegrafie werkten, bezochten  voor hun werk naar leegstaande gebouwen die tijdens de oorlog bezet waren door Duitse diensten. Een van de locaties waar ze  werkten, was de Dossinkazerne. Calixte Vandevelde de schonk de originele voorwerpen aan zijn kleinzoon Jo Peeters, die ook de voorwerpen van Emile Vandevelde kon recupereren. In 2023 gaven Jo en zijn vrouw Sophie Van Krunkelveldt de voorwerpen uit de collectie in bruikleen aan Kazerne Dossin. 

Schildersdoos

Een van de gevangenen die moest werken in de Malerstube was Irene Spicker. Zij werd dankzij haar uitzonderlijk schildertalent geselecteerd. Ze was naar België gevlucht, maar werd daar in 1942 opgepakt en in maart 1943 naar de Dossinkazerne gebracht. Daar bleef ze tot aan de bevrijding in september 1944. Enkele maanden na Irene Spickers aankomst in de Dossinkazerne, volgde ook Carol Deutsch, een kunstschilder uit Oostende. Hij bleef slechts enkele dagen in de kazerne en werd op Transport XXII B gezet. In Auschwitz- Birkenau werd Carol een tijd ingezet als schilder van de barakken. Eind 1944 werd hij vermoord in Buchenwald. 

Hoewel Carol Deutsch niet lang in de Dossinkazerne gevangen zat, kwam hij toch in contact met Irene Spicker. Hij gaf haar deze schildersdoos. Dit is een van de voorwerpen die door Irene werden meegenomen na de bevrijding van de Dossinkazerne. De schildersdoos werd aan Kazerne Dossin geschonken door Uziel Awret, de zoon van Irene Spicker en haar man Azriel Awret. 

De Jongen met de pet

Vandaag zijn er slechts een handvol kunstwerken waarvan we zeker weten dat ze in de Dossinkazerne zijn gemaakt. Er waren wellicht meer werken, maar die zijn vernietigd of verloren. Een van de overgebleven kunstwerken is ‘De jongen met de pet’ van Irene Spicker. Het is niet bekend wie de jongen is. Irene maakte het kunstwerk tijdens haar gevangenschap in de Dossinkazerne: het jongetje werd gedeporteerd en overleefde vermoedelijk niet.