Museum vandaag: 09:30 - 17:00

nl
Steun ons Nieuwsbrief

Transporten vanuit Mechelen

8.10.2018 – vertaling van het artikel op de EHRI -blog

De deportaties naar het oosten, vanuit het centrale verzamelkamp in België voor Joden, Roma en Sinti, gingen 75 jaar geleden van start en daarom nam Kazerne Dossin het initiatief om via een reeks online publicaties deze gebeurtenissen te herdenken. Rond de vertrekdatum van de konvooien werden twee persoonlijke verhalen per transport geschreven om de historische feiten achter de cijfers te belichten en de slachtoffers, hun verhalen en tragische lot in beeld te brengen.

Door deze publicaties en hun timing kregen mensen een hernieuwd inzicht in de omvang van wat er gebeurd is, vooral in de zomer van 1942, toen er in enkele weken tijd duizenden mensen fysiek uit de Belgische samenleving werden verwijderd en op treinen gezet om te worden gedood. Tussen 4 augustus en 31 oktober 1942, in minder dan drie maanden tijd, verlieten immers 17 transporten de Dossinkazerne met in totaal 16.631 Joden aan boord. Het is echt overweldigend om de verhalen van twee gedeporteerden van elk transport – in het bijzonder de eerste 17 transporten die vertrokken op 4, 11, 15, 18, 25 en 29 augustus, op 1, 8, 12, 15 en 26 september en drie dubbele konvooien op 10, 24 en 31 oktober in 1942 – te schrijven, te publiceren en te lezen.

In deze bijdrage geven we uitleg bij onze belangrijkste bron over de deportatie van Joden, Roma en Sinti, voornamelijk naar Auschwitz-Birkenau: de Transportlisten. Vervolgens geven we een overzicht van de deportatietreinen die België verlieten en linken we deze informatie met de persoonlijke levensverhalen waarover we het eerder hadden. Uit dit project blijkt pijnlijk welke omvang de deportaties aannamen, waarbij duizenden mensen op korte tijd uit de Belgische samenleving werden verwijderd.

De Transportlisten zijn de originele Duitse deportatielijsten die werden opgesteld door toekomstige gedeporteerden systematisch te registreren bij hun aankomst in het SS-Sammellager für Juden, het verzamelkamp voor Joden in de Dossinkazerne in Mechelen (België). De originele deportatielijsten maken deel uit van de collecties van het Rijksarchief / Archief Oorlogsslachtoffers en zijn samen met de namen en foto’s van gedeporteerden online gezet door Kazerne Dossin in de Beeldbank, met inbegrip van een inleiding tot de digitale beeldbank.

Jonge Joodse vrouwen typten onder toezicht van twee Duitse SS’ers, Max Boden en Rudolf Steckmann, deze lijst bij de Aufnahme, het registratiekantoor van het kamp. Op 27 juli 1942, de dag waarop het kamp openging, was de Aufnahme nog niet volledig uitgerust, maar al snel trad er een volledige registratieprocedure in werking om de eerste opgeroepen Joden te documenteren. Bij aankomst in het kamp overhandigde een Joodse gevangene die voor de Aufnahme werkte aan nieuwkomers een identificatieplaatje waarop hun registratienummer op de Transportliste vermeld stond, en de plaats die ze moesten innemen in de deportatietreinen.

Van de Transportlisten werden minstens vier exemplaren opgemaakt: een lijst ging naar de Sipo-SD in Brussel, de tweede bleef bij de Aufnahme, de derde werd aan de treinwachters gegeven en de vierde werd naar Berlijn verzonden. De documenten waarover Kazerne Dossin vandaag de dag beschikt, waren wellicht de exemplaren die de Aufnahme bewaarde. Transportlijsten zijn essentiële documenten om lijsten met gedeporteerden te reconstrueren en om de deportatiegeschiedenis vanuit de Dossinkazerne te achterhalen.

Bekijk de transportlijsten van Mechelen op volledig scherm

De kanttekeningen bij het document zijn mogelijk gemaakt door Neatline (een plug-in van Omeka).

Om de deportatielijsten van bepaalde transporten correct te ontcijferen is de volgende specifieke toelichting nodig:

  • Transporten XVI en XVII

Joodse arbeiders uit België die opgeroepen waren voor dwangarbeid in Noord-Frankrijk voor de Organisation Todt werden sinds juni 1942 in de Noord-Franse kampen zelf geregistreerd voor deportatie. Van 27 tot 30 oktober 1942 namen commandant Philipp Schmitt, zijn ondergeschikte Karl Meinshausen en andere SS’ers drie Joodse medewerkers van de Aufnahme van Kazerne Dossin mee naar deze verschillende kampen:

 “De SS nam ons mee naar Boulogne-sur-Mer of ergens in de regio om de Joden van Organisation Todt te registreren. Ook op die trein hield de SS ons in de gaten. Dat was in oktober 1942. We werden vergezeld door drie SS’ers in de kamer. We verbleven in Paris-Plage of daarnaast, in een leegstaand hotel.  Rondom was alles verlaten, we zagen verwoeste, lege huizen, waarschijnlijk een geëvacueerde plek.1

Per uitzondering gingen deze Joodse gedeporteerden niet langs de Dossinkazerne. Hun trein kwam rechtstreeks uit Frankrijk en hield halt in het station van Muizen. In Muizen, een randgemeente van Mechelen, verlieten de werknemers van Aufnahme het konvooi en keerden met de SS’ers terug naar het kamp. De trein bleef enkele uren staan in Muizen terwijl Joden, die voor dit konvooi opgegeven waren in het SS-Sammellager, werden gedwongen om aan boord van de treinwagons te gaan tot het konvooi volledig was. Het vertrek vond plaats op 31 oktober 1942, heel vroeg in de ochtend.

  • Transport XX

In verzamelkamp Dossin begonnen enkele Joodse partizanen uit Brussel hun ontsnappingspoging uit de deportatietrein voor te bereiden. Ze probeerden bij dezelfde treinwagons ingedeeld te raken, liefst omringd door gedeporteerden die hun sprong naar de vrijheid niet zouden beletten of die mee wilden ontsnappen. Daartoe wisselden ze hun identificatieplaatjes uit en veranderden ze hun registratienummers op de Transportliste. De Joodse secretaresse die de lijsten moest uittypen, stemde er op hun vraag mee in om enkele pagina’s van het document te vervalsen. Hierdoor stemmen de interneringsdata van verschillende gedeporteerden niet overeen met de dag van hun aankomst in het SS-verzamelkamp.

  • Z-transport (“Z” voor zigeuners, d.w.z. Roma en Sinti)

Het originele Duitse document bevat de namen van 351 Roma en Sinti die op 15 januari 1944 werden gedeporteerd uit de Dossinkazerne.

Terwijl Joodse gevangenen door Joods secretariaatspersoneel van de Aufnahme op de deportatielijst werden geregistreerd, verliep dit anders voor Roma en Sinti. Uitzonderlijk werden twee Kripo-medewerkers en twee typisten op bepaalde dagen speciaal naar Mechelen gestuurd om deze lijst op te maken. Bijgevolg komen de data vermeld op deze deportatielijst niet systematisch overeen met de aankomstdag van de Roma en Sinti in het kamp in Mechelen. De data op de lijst liggen tussen 5 november 1943 en 12 januari 1944. Voor 35 van de eerste 36 geregistreerde personen wordt geen datum vermeld.

Extra informatie

  • De lijsten werden per transport uitgetypt, de nummers van de gedeporteerden staan in volgorde van aankomst bij de Aufnahme, het registratiekantoor in de Dossinkazerne. De bladzijden werden rechtsboven genummerd. Na de oorlog gebruikte het ministerie van wederopbouw en repatriëring de originele Transportliste om het lot van gedeporteerden uit de Dossinkazerne te achterhalen. De ambtenaren van deze dienst brachten talrijke handgeschreven aantekeningen op deze documenten aan. Gegevens zoals familienamen, voornamen, geboorteplaats en -datum werden gecorrigeerd. Vaak zijn er namen of adressen van echtgenoten/s toegevoegd.
  • “V”, “X” of “●” geven aan dat de naam is gecontroleerd.
    Er werd informatie toegevoegd aan de lijsten als de gedeporteerde uit de trein is gesprongen. Vluchtelingen worden op verschillende manieren aangegeven: “évadé” [ontsnapt], “sauté du train” [uit de trein gesprongen”]. Ambtenaren gaven ook vaak aan of de vluchteling neergeschoten of opnieuw gearresteerd was en, indien ja, met welk transport hij gedeporteerd was.
  • Er werd informatie toegevoegd aan de lijsten wanneer de repatriëring van de gedeporteerde was vastgesteld. Bij de namen van repatrianten staat een “P” [waarschijnlijk: Présent], een “R” [Rapatrié] of, zeldzamer, “vivant” [in leven] vermeld. De deportatielijsten van transport IV en speciale transporten zijn verloren gegaan. Deze documenten waren in het Frans opgesteld en zijn gereconstrueerd op basis van het SD-dossier. Ze zien er helemaal anders uit dan de originele documenten. Op de deportatielijsten van Z-transporten naar Bergen-Belsen en E-transporten naar Vittel is de nummering inconsistent.

 

  • Transport IV

Sommige gegevens die gewoonlijk op de originele lijsten stonden, zijn niet overgenomen op het duplicaat dat na de oorlog is gemaakt: de registratiedatum op de lijst, de vermelding van het Arbeitseinsatzbefehl, het beroep …

  • Z-transport naar Buchenwald en Ravensbrück

Dit is het eerste Sondertransport [speciaal transport] dat verzamelkamp Dossin verliet. De 64 vrouwen en kinderen werden in Ravensbrück van de trein gehaald. De 68 mannen werden naar Buchenwald gedeporteerd. De betekenis van de letter “Z” is onbekend.

  • Transport Z naar Bergen-Belsen

Veertien Joods-Hongaarse gedeporteerden op dit Sondertransport [speciaal transport] werden naar Bergen-Belsen gestuurd.

  • E-transporten naar Vittel

“E” staat voor Entscheidung [beslissing], wat betekent dat de Joden aan boord werden overgebracht naar interneringskamp Vittel, vanwege hun specifieke nationaliteiten (Amerikaans, Brits, Zwitsers, Haïtiaans, Boliviaans, …).

Op de lijsten van E-transporten naar Vittel werden mensen niet geïdentificeerd aan de hand van nummers.

Noten

  1. Telefonisch interview met Eva Fastag-Dobruszkes door Monique Heddebaut, 26 december 2005, bevestigd door briefwisseling van 18 januari en 26 februari 2006.